Die Orchideengattung Gymnadenia
mit einem Exkurs zur Gattung Pseudorchis
durch W. Eccarius unter Mitwirkung von B.-R. Dietz & T. Oppel.
Viele Farbfotos, einige Schwarz-Weiß-Fotos und Grafiken. 336 S.
2022 - Selbstverlag.
ISBN 978-3-00-069884-2
nederlands - english - deutch
Nach einem Vorwort (Vorwort, S. 3), Danksagung (Danksagung, S. 4) und einem Inhaltsverzeichnis (Inhaltsverzeichnis, S. 5) stellt die Einleitung (Einleitung, S. 6-10) gleich eine seit 200 Jahren besprochene Reflexion vor: „Sollen wir Gymnadenia und Nigritella in einer Gattung vereinen oder nicht?“
Ein weiteres genanntes Problem betrifft die Gattungsstruktur innerhalb von Gymnadenia, nämlich die Untergattungen, Sektionen, Nothogenus vs. hybrid.
Im Kapitel „Zur Geschichte der Gattung Gymnadenia“ (S. 11-31) gehen die Autoren unter anderem auf Otto Brunfels (1488-1534) über Fuchs (1501-1566), Linné (1707-1778), Brown ( 1773-1858) und so weiter… um zur Gegenwart zu kommen.
Das erste Mal Gymnadenia: In Brunfels ‚Contrafayt Kreuterbuch‘ (1532) ist auf p. XXXVI die vermutlich erste Abbildung von Gymnadenia conopsea in einer deutschen Publikation mittels Holzschnitt
(siehe https://www.biodiversitylibrary.org/item/112975#page/72/mode/1up). Es ist laut Brunfels eine Stendlwurtz, (= Satyrion auf Latein): Knabenkraut weiblin.
Anmerkung R.N.: "Bereits 1530 veröffentlichte Brunfels auf S. 106 derselbe Holzschnitt von Gymnadenia conopsea in ‚Herbarum Vivae e Icones ad nature imitationem‘ (in Latein publiziert) mit dem Artnamen Satyrion foemina."
Die zuletzt beschriebene Gymnadenia-Art.
Foelsche beschrieb Nigritella bicolor 2010 im Journal Europäischer Orchideen (https://www.orchids.de/media/JEO42(1)-Foelsche.pdf). Er veröffentlichte diese Art als neue Kombination: Gymnadenia bicolor (W. Foelsche) W. Foelsche & O. Gerbaud comb. nov. Basionym: Nigritella bicolor W. Foelsche, J. Eur. Orch. 42(1): 60-61 (2010).
Das Kapitel ‚Allgemeines zur Gattung Gymnadenia‘ (S. 32-42) widmet sich ausführlich der Systematik, der Verbreitung, der Morphologie, den verschiedenen Phasen im Lebenszyklus, den Hybriden und den Bestäubern. Die taxonomische Struktur ist schematisch mit der Anzahl der Chromosomen pro Art dargestellt: die Untergattung Gymnadenia mit den Sektionen Gymnadenia, Balcanica und Asiatica sowie den Arten innerhalb dieser Sektionen; Die Untergattung Nigritella mit den Sektionen Nigritella, Junctura, Botanicana, Wettsteiniana und Praegmatiana sowie den Arten innerhalb dieser Sektionen.
Auf einem Bestimmungsschlüssel (S. 43-45) werden die Arten pro Untergattung und Sektion ausführlich besprochen. Pro Art werden aufgelistet: Basionym, Lectotypen, Synonyme, Etymologie, eine Verbreitungskarte und Informationen über die Verbreitung, Morphologie, Zytologie, Variabilität, Biotope, Biologie (Lebensverlauf während eines Jahres) und die Bestäuber, Hybriden und den Erhaltungszustand. Für einige Arten werden zusätzliche Informationen gegeben (z. B.: Gymnadenia borealis: ‚Bemerkungen zur Entdeckungsgeschichte und zum taxonomischen Status‘).
Diese Monographie schließt mit den Kapiteln ‚Hybriden und Taxa der Gattung Gymnadenia‘ (S. 254-297): Interspezifische Hybriden und Intersex-Hybriden mit einigen Erläuterungen zu Nothospecies (S. 257), einem Beitrag zu Pseudorchis Ség. (S. 298-308), eine Bibliographie (S. 309-319), ein Index der Neuheiten und neu erwähnten Lectotypien, eine Liste mit Erläuterungen der Abkürzungen von Ländernamen und Wörtern, ein Verzeichnis der Herbarien, ein Index der wissenschaftlichen Namen und ein Personenregister.
Konklusion.
Die Illustrationen dieser reich bebilderten Monographie sind OK.
Diese Monographie ist an sich schon deshalb wichtig, weil sie veröffentlicht wurde.
Es wird besonders für diejenigen interessant sein, die wirklich mehr über die Gattungen Gymnadenia und Nigritella erfahren möchten. Ich vermute, dass hier noch nicht alles gesagt und entschieden ist.
Da diese Monographie einsprachig auf Deutsch erschienen ist, wird sie relativ wenige interessierte Nichtdeutschsprachige erreichen.
Na een voorwoord (Vorwort, p. 3) en bedankingen (Danksagung, p. 4) en een index (Inhaltsverzeichnis, p. 5) stelt de inleiding (Einleitung, p. 6-10) meteen een al 200 jaar besproken overweging: “Zal men Gymnadenia en Nigritella in één geslacht verenigen of doet men dat beter niet?”
Een ander aangehaald probleem gaat over de geslachtsstructuur binnen Gymnadenia nl. de subgenera, secties, noothogenus vs. hybride.
In het hoofdstuk ‘Zur Geschichte der Gattung Gymnadenia’ (p. 11-31) gaan de auteurs terug naar o.a Otto Brunfels (1488-1534) om via Fuchs (1501-1566), Linné (1707-1778), Brown (1773-1858) enzovoort… aan de huidige tijden te komen.
De eerste keer Gymnadenia: In Brunfels’s ‘Contrafayt Kreuterbuch’ (1532) is op p. XXXVI de vermoedelijk eerste afbeelding van Gymnadenia conopsea in een Duitse publicatie gepubliceerd middels een houtsnede. (zie https://www.biodiversitylibrary.org/item/112975#page/72/mode/1up). Het is, aldus Brunfels, een Stendlwurtz, (= Satyrion in het latijn): Knabenkraut weiblin.
Noot R.N.: "Echter, reeds in 1530 publiceerde Brunfels op p. 106 dezelfde houtsnede van Gymnadenia conopsea in ‘Herbarum Vivae e Icones ad nature imitationem’ (publicatie in het Latijn) met als soortnaam Satyrion foemina."
De recentst beschreven Gymnadenia-soort.
Foelsche beschreef in 2010 Nigritella bicolor in Journal Europäischer Orchideen (https://www.orchids.de/media/JEO42(1)-Foelsche.pdf). Hij publiceerde deze soort als nieuwe combinatie: Gymnadenia bicolor (W. Foelsche) W. Foelsche & O. Gerbaud comb. nov. Basionyme: Nigritella bicolor W. Foelsche, J. Eur. Orch. 42(1): 60-61 (2010).
Het hoofdstuk ‘Allgemeines zur Gattung Gymnadenia’ (p. 32-42) schenkt uitgebreid aandacht aan de systematiek, de verspreiding, de morfologie, de verschillende fasen in de levenscyclus, de hybriden en de bestuivers.
De taxonomische structuur is schematisch voorgesteld met vermelding van het aantal chromosomen per soort: het subgenus Gymnadenia met de secties Gymnadenia, Balcanica en Asiatica alsook de soorten binnen die secties; Het subgenus Nigritella met de secties Nigritella, Junctura, Botanicana, Wettsteiniana en Praegmatiana alsook de soorten binnen die secties.
Op een determinatiesleutel (p. 43-45) komen per subgenus en sectie de soorten uitgebreid aan bod. Per soort is vermeld: basioniem, lectotypes, synoniemen, etymologie, een verspreidingskaart en info over de verspreiding, morfologie, cytologie, variabiliteit, biotopen, biologie (levensloop gedurende één jaar) en de bestuivers, hybriden en conservatiestatus. Bij sommige soorten is bijkomende informatie gegeven (bv: Gymnadenia borealis: ‘Bemerkungen zur Entdeckungsgeschichte und zum taxonomischen Status’).
Deze monografie sluit af met de hoofdstukken ‘Hybriden und Taxa der Gattung Gymnadenia’ (p. 254-297): interspecifieke hybriden en intergeslachtelijke hybriden met wat uitleg over Nothospecies (p. 257), een bijdrage over Pseudorchis Ség. (p. 298-308), een bibliografie (p. 309-319), een index van nieuwigheden en nieuwe vermelde lectotypes, een lijst met verklaring van de afkortingen van Landnamen en woorden, een lijst van herbaria, een register van de wetenschappelijke namen en een register van persoonsnamen.
Conclusie.
De illustraties in deze rijkelijk geïllustreerde monografie zijn OK.
Deze monografie is op zich belangrijk alleen al omdat ze gepubliceerd is. Ze zal vooral interessant zijn voor hen die toch echt wel meer willen begrijpen van de geslachten Gymnadenia en Nigritella. Ik vermoed dat in deze nog niet alles gezegd en besloten is.
Omdat deze monografie eentalig in het Duits is uitgegeven zal deze relatief weinig geïnteresseerden, niet Duitstaligen bereiken.
After a preface (Vorwort, p. 3), acknowledgments (Danksagung, p. 4) and an index (Inhaltsverzeichnis, p. 5), the introduction (Einleitung, p. 6-10) immediately puts forward a reflection that has been discussed for over 200 years: “Shall we unite Gymnadenia and Nigritella in one genus, or should we not?”
Another problem cited is about the genus structure within Gymnadenia f.e. the subgenera, sections, nothogenus vs. hybrid.
In the chapter ‘Zur Geschichte der Gattung Gymnadenia’ (p. 11-31) the authors go back to, among others, Otto Brunfels (1488-1534) via Fuchs (1501-1566), Linné (1707-1778), Brown (1773- 1858) and so on… to come to the present times. The first time Gymnadenia: In Brunfels's ‘Contrafayt Kreuterbuch’ (1532) is on p. XXXVI the presumably first illustration published of Gymnadenia conopsea in a German publication by means of a woodcut. (see https://www.biodiversitylibrary.org/item/112975#page/72/mode/1up). It is, according to Brunfels, a Stendlwurtz, (= Satyrion in Latin): Knabenkraut weiblin.
Note R.N.: "However, already in 1530 Brunfels published on p. 106 the same woodcut of Gymnadenia conopsea in ‘Herbarum Vivae e Icones ad nature imitationem’ (edited in Latin, not German) with the species name Satyrion foemina."
The most recently described Gymnadenia species.
Foelsche described Nigritella bicolor in 2010 in Journal Europäischer Orchideen (https://www.orchids.de/media/JEO42(1)-Foelsche.pdf). He published this species as a new combination: Gymnadenia bicolor (W. Foelsche) W. Foelsche & O. Gerbaud comb. Nov. Basionym: Nigritella bicolor W. Foelsche, J. Eur. Orch. 42(1): 60-61 (2010).
The chapter ‘Allgemeines zur Gattung Gymnadenia’ (p. 32-42) gives extensive attention to the systematics, the distribution, the morphology, the different phases in the life cycle, the hybrids and the pollinators.
The taxonomic structure is presented schematically with the number of chromosomes per species: the subgenus Gymnadenia with the sections Gymnadenia, Balcanica and Asiatica as well as the species within those sections; The subgenus Nigritella with the sections Nigritella, Junctura, Botanicana, Wettsteiniana and Praegmatiana as well as the species within those sections.
On an identification key (p. 43-45) the species are extensively discussed per subgenus and section. Per species is listed: basionym, lectotypes, synonyms, etymology, a distribution map and information about the distribution, morphology, cytology, variability, biotopes, biology (life course during one year) and the pollinators, hybrids and conservation status. Additional information is given for some species (e.g.: Gymnadenia borealis: ‘Bemerkungen zur Entdeckungsgeschichte und zum taxonomischen Status’).
This monograph concludes with the chapters ‘Hybriden und Taxa der Gattung Gymnadenia’ (p. 254-297): interspecific hybrids and intersex hybrids with some explanation of Nothospecies (p. 257), a contribution on Pseudorchis Ség. (p. 298-308), a bibliography (p. 309-319), an index of novelties and new lectotypes mentioned, a list with explanation of the abbreviations of Country names and words, a list of herbaria, an index of scientific names and a register of personal names.
Conclusion.
The illustrations in this lavishly illustrated monograph are OK. This monograph is important in itself if only because it was published. It will be of particular interest to those who really want to understand more about the genera Gymnadenia and Nigritella. I suspect that not everything has been said and decided on this one.
Because this monograph has been published monolingually in German, it will reach relatively few non-German speakers who are interested.